Kamasi Washington.
Ik luister naar de muziek van Kamasi Washington, Heaven and Earth (4 Lp's), die ik heb gedownload, schitterende muziek. Ik kan de platen kopen voor de helft van de prijs, vinyl klinkt altijd beter dan muziek uit de computer, ik slaap er nog een nachtje over, alhoewel ik het vacantie geld toch ergens aan moet besteden.
Zwarte honden.
Julia en Jane komen uit Roemenië, het zijn twee zwarte zwerfhonden die weinig geleerd hebben maar wel heel lief zijn. Ze waren zindelijk, lopen goed aan de lijn, schooien niet, zijn heel waaks, dat kon wel iets minder en zijn tevreden met de brokken die ze krijgen.
Vanmorgen om negen uur was het al warm, ze hadden weinig zin om te lopen, de tong uit de bek, we liepen naar de Haansvaart waar ze gelijk in sprongen en er niet meer uit wilden.
Zwarte honden hebben het warm als de zon schijnt.
Achterover.
Het is prettig om minder dagen te werken, de pensioenonderhandelingen beginnen maandag weer, wie weet wat er uitkomt, nog meer dagen vrij? Heerlijk om s morgens buiten de krant te lezen, een stuk met de honden te lopen en als ik terug kom staat mijn stoel er nog net zo, er moet wel wat gebeuren, maar ik lees eerst mijn boek uit. De zon schijnt, ik klap de stoel achterover, mijn benen op een andere stoel, ik droom weg tot de honden me wakker blaffen, ga je nog wat doen vandaag?
Misschien is het mijn leeftijd maar even achterover in de zon wegdromen vond ik altijd al heerlijk, in een stoel, in het gras, aan de kant van de weg of een slootkant, het maakt niet uit, als ik lig en ik doe mijn ogen dicht dan ben ik vertrokken.
Tante Til.
Drie weken geleden schreef ik voor het laatst, de tijd vliegt, het hoofd maakte mijn lichaam in de war, ik ging vroeg (dat is op tijd) naar bed, heerlijk om te slapen, uit te rusten, er gebeurt zoveel in mijn dromen.
Niet schrijven is anders dan elke dag een verhaaltje, het is alsof ik met mijn ogen dicht rondloop, mijn oren horen niets van wat er om me heen gebeurt. In de loop van de dag vormen de woorden de tekst in mijn hoofd, ik hoef het alleen nog maar op te schrijven, elke dag gebeurt er wel iets. Drie weken was het stil.
Ik kwam een schildpad tegen op het ruiterpad, de hond Jane dook op haar vaste plek in de sloot en kwam omhoog met een meerkoet in haar bek, die wegvloog toen ik een brul gaf, er moet een kast geschilderd worden, zoon Jelmer werd geopereerd aan zijn blinde darm, ik kocht een drumstel van Klaas.
Vandaag maakten we een prachtige rit door noord Groningen en Friesland, kleine en hele kleine wegen, we reden door Doezum waar opa en oma Hielema vandaan komen, er is niets mooier dan samen op de motor de wereld te verkennen, zonder haast.
We stopten in Enumatil bij Tante Til, we zaten op het terras, een glas karne/melk en een uitsmijter/Strammer Max, de wereld is van mij, falderie, faldera, ik voel me vrij.
P.S. tantetilenumatil.nl
Voeten.
Ik zit in de serre met mijn voeten op het bankje dat ik gemaakt heb met een kussen uit de vouwwagen van onze ouders, ik ben lui, Hawkwind speelt de liveplaat Space Ritual uit 1973. Ik kijk naar mijn voeten, ze hebben me overal naar toegebracht, ze hebben me altijd gedragen, ik heb basketbal gespeeld, marathons gelopen, mijn voeten lieten me niet in de steek, ze zijn sterk, niet zo mooi, een kapotte nagel omdat de pony erop heeft gestaan, twee kromme tenen, gebroken tijdens het voetballen, het herstelt vanzelf zei mijn moeder, daar vallen we de huisarts niet mee lastig.
Het litteken op mijn linkervoet is bijna niet meer te zien, ik kreeg er een pan kokend water over heen toen we kampeerden met de padvinders in Duitsland. We waren een primitieve groep, we kookten op een houtvuur, we maakten een soort tafel van houten balken, de verbindingen met touw, spijkers waren uit den boze, daarop plaggen van gras met zand, aan twee kanten stenen waartussen het vuur gestookt werd, de pannen stonden op een ijzeren rooster. De handvaten waren te heet om aangepakt te kunnen worden, met twee man haalden we de pan van het rooster, door de handvaten staken we een houten stok om onze handen niet te verbranden, zo tilden we de pan van het vuur, dat ging altijd goed tot een stok brak en ik de kokende inhoud van de pan over mijn voet kreeg.
Ik was zo bijdehand om mijn voet in de waterzak te stoppen, een doodzonde want voor water moesten we naar de boer, een eind lopen.
Er was niet veel te zien, de voet was een beetje rood, de leiding, jongens van een jaar of achttien, zeiden dat er niets aan de hand was.
s Nachts kon ik niet slapen van de pijn, de volgende morgen zag ik een blaar vanaf van tenen tot mijn enkel, gevuld met vocht, niemand wist wat te doen, ik liep met mijn voet bloot rond, alles ging gewoon verder, het kamp werd opgebouwd, ik hielp mee. Iemand was niet zo handig en liet een balk op mijn voet vallen, het vocht liep er uit, de blaar was verdwenen, het vel hing erbij, het zag er niet best uit. De leiding wist niet wat te doen, een verbandje, een sok erover en weer meedoen, ook een hike van twee dagen liep ik mee op klompen, mijn schoenen paste ik niet.
Gisteren waren we naar een optreden van Mumford and Sons, prachtig, alleen het einde kwam voor iedereen als een verrassing, geen toegift, dat blijft hangen, we zijn misschien verwend.
Van kleine zaaltjes naar groter, heel veel groter en het grootst, een band wordt een bedrijf met veel mensen in dienst, alles heeft zijn grens, maar wie bepaalt waar die ligt.
Negen uur.
Zondagmorgen negen uur, ik zit te lezen in de serre in de zon, wat een geschenk.
Vier mei.
Op vier mei denk ik altijd aan mijn vader.
Ik had een lang verhaal geschreven over vroeger en nu, floep weg, morgen meer.
Noordkaap, Groningen.
Ik kom thuis, loop met de honden, stapel de rest van het gekloofde hout op, maar ik moet mijn zinnen verzetten, even iets anders dan werk en veel vragen.
Ik stap op de motor, de oude BMW uit 1979, en rijd mijn neus achterna, kleine wegen en weggetjes, als het dood loopt moet ik terug. Ik zie een bordje Noordkaap, nog één, ik volg de weg tot ik niet verder kan, door het uitgestrekte land van Noord Groningen, een paar grote boerderijen, verder niets. Het is frisjes, het is niet te vergelijken met de kou op de weg naar de Noordkaap die eindigt voor een hek waar je moet betalen om verder te kunnen rijden om HET UITZICHT te zien, bewonderen is een groot woord, mist komt op, we kunnen het einde van de wereld net even zien, het is genoeg, we zijn er geweest.
Ik rijd terug naar huis, 140 op de teller is misschien 90 echte kilometers, ik weet het niet precies, niet belangrijk, gewoon een rondje Groningen om mijn hoofd leeg te rijden.