thuismetsijtze.reismee.nl

Zoeken naar God.

Ik las over Joost Zwagerman in de krant: Roepen naar God, zijn laatste gedichten over het zoeken naar God, wanhopig, niet gehoord, verlaten zoals Job. Gedichten met illustraties van Marc Mulders, morgen krijg ik ze thuis.

Bestaan

Nochtans belijd ik

dat ik, tegen de klippen op,

uiteindelijk in Hem geloof.

Zijn grootste en finale wapenfeit:

Hij is er niet.

Hij is alomtegenwoordige

afwezigheid.

Erg is dat niet.

Ik ben er evenmin.

Dat schept een band.

In Zijn voldongen vacuüm

houdt Hij zich uit de aard der zaak

en uit principe blind en doof.

Dat is verdrietig:

men verlangt naar Hem.

Toch is Hij hier.

Dagelijks staat Hij in mij op.

Men ziet dat niet.

Ik kan daar niets aan doen.

Het is Gods rotstreek in een notedop.

Joost Zwagerman

Dagelijks staat Hij in mij op, wat prachtig gezegd over het verlangen om te geloven, maar niet te weten hoe dat te doen. Ik loop met de hond urenlang door de weilanden, het stormt, ik zie wienig, mijn ogen tranen, maar mijn hoofd doet zijn best, gedachten over waarom ik hier loop, waarom ik er ben tollen door mijn kop, ik weet het niet. Ik loop verder tegen de wind in, de hond heeft het veel makkelijker, ze ruikt iets, graaft maar vindt niets en loopt verder. Ik graaf in mijn gedachten naar de zin van het bestaan, ik vind een lege bladzij die nog geschreven moet worden, een tekening mag ook.

Allan komt terug uit Engeland, Nottingham, en heeft een bandrecorder meegenomen met één tape, alleen maar muziek van the Beatles, in het begin is het prachtig maar na een week of twee hebben we het wel gehoord. We woonden in de kamertjes boven de kantine bij Gebroeders van Zanten (Koninklijke) in Hillegom, tussen de kamers van ons en de buren Pamela en Christine was een crack dat had Allan ontdekt, een spleetje waar door je bij hun naar binnen kon kijken, interessant vooral bij het omkleden tot dat ze het door hadden en de crack dicht stopten met oude kranten. Er gebeurden daar wel meer vreemde dingen, twee Italiaanse dames kwamen op bezoek maar vertrouwden hun gastheren niet, ze vroegen of ze bij ons de nacht door mochten brengen, blijkbaar zagen wij er onschuldig en betrouwbaar uit. Geen probleem, ze sliepen tussen mijn vriend Pete en mij in, we mochten niet kijken toen ze ze zich omkleedden, stiekem keek ik wel, 's nachts kon ik bijna niet slapen. We stonden vroeg op om te gaan werken, de volgende avond fantaseerden we wat er had kunnen gebeuren, maar het gebeurde niet, alleen in onze gedachten en we dachten er niet aan om met elkaar naar bed te gaan en het spijt me nog altijd, vrij naar Herman van Veen.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!