thuismetsijtze.reismee.nl

Uiterlijk en innerlijk.

December is een maand met nogal wat uiterlijk vertoon, het begint met Sinterklaas, dan de aanloop naar en de Kerstdagen, tenslotte Oud en Nieuw. Sinterklaas heeft zijn tabbert aan de kapstok gehangen, zijn mijter omgeruild voor een pet, de pieten zijn weer zichzelf, afgeschminkt of schoongeveegd, de kerstbomen afgetuigd en bij de vuilnis gezet, de mooie kleren hangen in de kast, het vuurwerk is uitgeknald. We hebben het die maand zo druk, we hebben bijna geen tijd om stil te staan bij de betekenis van de feesten en wat dat met ons doet of zou moeten doen.

Januari is een stille maand, de eerste van het jaar, goede voornemens zijn gemaakt en er wordt voorzichtig mee begonnen of we denken er nog over na, ook niet zo erg, je kan er altijd mee beginnen. Nu gaat het over ons innerlijk, zijn we sterk genoeg om onze voornemens uit te voeren en vooral om het vol te houden? Waarom nemen we ons voor om ons leven of onze gewoontes te veranderen, zijn we ongelukkig en hopen we gelukkig te worden door af te vallen, minder te drinken, stoppen met roken en dat soort dingen of is het een vlucht, durven we de waarheid niet in de ogen te kijken.

In de krant stond een interview met Dirk de Wachter, een psychiater en hoogleraar uit België. Hij verschijnt regelmatig in de media om deskundig commentaar te geven, op YouTube kan je zijn optredens bekijken en er vooral naar luisteren.

We zijn ontevreden en ongelukkig, daar willen we van af, dokter geef me een pil zodat ik het leven (weer) aankan of we nemen om vijf uur een wijntje of een biertje om ons te ontspannen. We willen vooral gelukkig zijn, wat dat dan ook is, het paradijs op aarde moet je nu beleven, vroeger ging je na een goed leven naar het hemelse paradijs, daar kunnen we nu niet meer opwachten of we geloven het niet. Geluk is niet te koop.

Af en toe en klein beetje ongelukkig zijn kan geen kwaad, het hoort bij het leven.


Uiterlijk of innerlijk?

Ik las er iets over in de krant van vandaag, maar het moet nog even bezinken, morgen tijdens een lange wandeling komt het wel denk ik.

Weekeinde.

Even helemaal niets, kachel aan, benen omhoog op het voetenbankje, plaat op, boek.

Een kus op het strand.

Henry Gross, daar draai ik een plaat van, ik ken hem niet, Wikipedia, hij speelde op de plaat van Jim Croce I got a name. Ik draai de plaat van Jim, vroeger wordt nu, nooit was ik meer verliefd dan toen, het was een seconde in de eeuwigheid, misschien nog minder, ik kan haar niet vergeten, ik had haar weg gestopt in de achterkant van mijn hoofd, veilig ver weg.

Ik zit te praten met iemand aan een tafel in de cantine, het is weekeinde, feest, iedereen is er, ik draai me om, opeens zit er iemand anders naast me, ik had haar wel eens gezien en gesproken, ze was er snel gaan zitten om bij mij te zijn, zei ze later.

Later is het moment dat ze er niet meer is, toen zochten we elkaar op tussen het werk door, soms wel, vaak niet.

Vriend John was wat handiger in het versieren van meisjes, althans dat probeerde hij, we gingen samen naar het strand van Langevelderslag, lopend was het een heel eind.

Een kus op het strand, we liepen samen terug hand in hand, het duurde uren voor we er waren, het werd licht, een kus en verder niets.

De volgende dag gingen we naar huis.


Ik kan me haar gezicht vaag herinneren, ik vind het boekje met gedichten terug dat ik voor haar schreef, calligrafeerde , met voorin een foto, een bidprentje.

Een foto brengt een gezicht tot leven dat ik vergeten was.

Ik neem het leven niks kwalijk, kus, gewoon doorgaan.


Werkdruk.

Vanmorgen liep ik om zeven uur met de honden over het ruiterpad langs de provinciale weg, het begon licht te worden, ik had geen zaklantaarn nodig, de koplampen van de stroom auto's die over de weg reden verlichtten ons pad, iedereen ging naar het werk. We rijden wat af om op ons werk te komen, vroeger woonde je naast de fabriek of op het land waar je werkte, lopend te doen, tijden veranderen, vroeger was het zeker niet beter, soms denk ik we zijn gek geworden met elkaar, we willen steeds meer, alles moest groter, huizen, auto's, vliegtuigen, nu moet het zuiniger, electrisch, op zonne-of windenergie, we zijn de weg een beetje kwijt met zijn allen.

Dat lijkt op de werkvloer ook het geval, plezier in je werk lijkt van ondergeschikt belang, daar is geen tijd meer voor, alles moet gerapporteerd, geregistreerd, protocollen en regels regeren het werk, je kijkt wel twee keer uit voor je iets op eigen houtje doet, buiten de afspraken om, je wordt er gelijk op aangesproken.

Vandaag stond er een artikel in de krant over werken in Japan, tot je er bij neervalt, Karoshi is het Japanse woord voor dood door overwerk. Het gaat over honderd tot honderdvijftig uur overwerk per maand om aan de eisen van het werk en de baas te voldoen, niet vol te houden, maar de werkdruk is enorm. In de tijd dat ik in de bloembollen werkte maakte ik weken van zestig uur, dat wilde ik zelf, het was vakantiewerk , toen het "echt werk" was werd het een moeten, elk jaar weer, ik ging er steeds meer tegen op zien, het werd tijd om iets anders te gaan doen, maar wat als je die mogelijkheid niet hebt, doorgaan tot je erbij neervalt?

Overal wordt meer geld voor gevraagd, onderwijs en zorg, de kwaliteit is in het geding, mensen kunnen steeds minder doen waarvoor ze zijn aangenomen, lesgeven en mensen verzorgen, dat komt door alle protocollen en regels. Laat iedereen doen waar hij of zij goed in is, geef de mensen het plezier in het werken terug, schaf regels af, beperk de rapportage, al het geschrijf dient nergens toe.

Werkdruk is prima, maar niet tot je erbij neervalt.

Harde wind en regen.

Als ik wakker word kijk ik om heen, waar ben ik?, in mijn droom werd ik een andere kant opgestuurd, ver weg van huis, gelukkig lig ik in mijn eigen bed. Als ik beneden kom word ik enthousiast begroet door de honden, de pony in de stal begint te hinniken als ik de gordijnen open trek, ze hebben zin in een nieuwe dag. Eerst een kop koffie en de krant, die weer niet is bezorgd, ik meld het bij de bezorgdienst, ik kan de krant op mijn tablet lezen, app, dat is het gemak van deze tijd.

Ik maak de kachel aan, zet een pan water met spliterwten en vlees op de kookplaat, laat het zachtjes koken, het wordt warm en het gaat lekker ruiken in de kamer.

Op de voorpagina gaat het over de Nederlandse vertaling van de Nashville verklaring, de initiatiefnemers van de vertaling nuanceren één van de meest omstreden punten van de tekst, homo's mogen wel uit de kast komen, maar meer niet. Verder op lees ik de uitspraak van een dominee, je mag wel homo zijn, maar je mag die homoseksualiteit niet in de praktijk brengen. De schijnheiligheid ten top.

Ik ga lopen met de honden, een spirituele wandeling is goed om te ontstressen las ik gisteren in de krant, van stress heb ik niet zoveel last, wandelen doe ik altijd op dezelfde manier, rustig achter de honden aan lopen, het blijft elke dag een verrassing waar we langs gaan. Ik geef de pony in het voorbijgaan een appel, binnen vijf minuten zijn we drijfnat geregend, ik laat het rustig over me heen komen zonder te mopperen, we lopen tegen de wind in, ik laat alles los behalve de honden, die kunnen nog niet zonder riem, het wordt licht in mijn hoofd, alle zware gedachten verdwijnen, ik merk niet dat het regent, zonder moeite loop ik tegen de harde wind in, heerlijk, zo doe ik het al jaren.

Thuis gooi ik wat houtblokken op het vuur, maak de erwtensoep af en laat het nog een tijdje pruttelen op het vuur. Een nieuw boek, mooie muziek, een tekening overbrengen op linoleum zodat ik die weer kan gaan uitsnijden, de honden liggen voor de kachel. Het wordt donker buiten, de pony loopt langs de afrastering, ze wil op stal.


Drie keer de kerk.

Er stonden vandaag drie uitgebreide artikelen in de krant die over de kerk gingen:

Nashville statement; de Bijbelse leer over man en vrouw, God heeft het huwelijk bedoeld als een levenslange verbondsrelatie tussen één man en één vrouw, alle andere relaties worden afgewezen. Het document is ondertekend door enkele honderden orthodox protestante dominees en prominenten. Gelukkig laten veel mensen hun stem horen tegen deze verklaring.

De Oekraïense kerk wordt onafhankelijk of autocefaal, de kerk onttrekt zich aan de patriarch van Moskou, die de Oekrainsche orthodoxen sinds 1686 bestuurde. Het ging gepaard met veel ceremonieel vertoon, oude mannen met baarden in rijk versierde gewaden, wel met een iPhone in de hand. Het lijkt een politiek spelletje.

De natuur als kerk. Volgens Japanners is het de manier om te ontstresssen: shinrin-yoku, ofwel meditatief wandelen in het bos. Hopelijk gaan niet alle mensen die nu naar kerk gaan opeens wandelen in het bos, dan wordt het daar te druk.


Toen ik twintig was overleed mijn geliefde, de dominee kwam bij ons thuis om uit te leggen wat dit verlies voor mij betekende in de Bijbelse zin van het woord, ik heb het niet gehoord, ik had er geen behoefte aan, ik ging naar mijn kamer. Veel meer had ik aan de troostende woorden van mijn oma en een kus toen ze wegging. Een paar jaar later kwamen de dominee en een ouderling op bezoek om te vertellen dat ik in zonde leefde en dat ik de relatie moest beëindigen, sex voor het huwelijk kan niet. Het zijn regels die mensen hebben bedacht , misschien om macht te hebben over anderen die ze vertellen hoe het zit met de bijbel in de hand, het staat er allemaal in, het is maar net hoe je het uitlegt. Over de liefde van Jezus voor armen, minder bedeelden, de vertrappelingen van de samenleving hoorde ik ze niet.

Bovenstaande artikelen gaan over de kerk, een instituut met mensen aan de macht, mensen die menen te weten wat er in de bijbel staat en hoe het uitgelegd moet worden in regels om het voor iedereen duidelijk te maken en het liefst alles zo te houden, bij het oude, een andere weg is er niet. Er zijn gelukkig ook veel uitzonderingen, mensen die tegen de stroom in voor anders- denkenden zorgen, vluchtelingen, noem het maar op, er zijn al veel stappen op de goede weg gezet. Liever niet meer terug.

Toen ik (in mijn jonge jaren) in de vroege ochtend terugliep van café de Baborack naar huis, ging ik altijd door een zijstraatje van de Nieuwe Ebbingestraat waar een huis stond van het Leger des Heils. Op het dak stond in grote neon letters GOD IS LIEFDE.


Midden in de nacht.

Midden in de nacht ging de hemel open, engelen zongen, herders luisterden verwonderd naar hun lied, een kind is geboren, dat is een wonder, altijd weer.

Midden in de nacht luister ik naar muziek, ik ben niet moe, the Undertones zingen over Teenage Kicks, Dr. Feelgood maakt slaap overbodig.

Midden in de nacht is de dood soms dichtbij, hij staat te lachen in de tuin, ik liep hem net voorbij toen ik de honden uitliet, ik ren niet weg zoals de tuinman naar Ispahaan, maar vraag hem binnen voor biertje, hij bedankt beleeft, hij heeft nog meer te doen vannacht.

Ik zit in de stoel van Herman, ik drink een biertje met hem en mijn vader in gedachten, ik knijp in mijn wang, mijn neus, alles is er nog, huid, spieren, botten, alles, vreemd dat het langzaam vergaat als ik er niet meer ben, tot stof zult gij wederkeren.

Midden in de nacht klinkt de muziek op haar mooist, Fleetwood Mac met Peter Green, Danny Kirwan, Jeremy Spencer, John McVie and Mick Fleetwood live in concert, zoveel beter als de latere Fleetwood Mac van Go your own Way.

Midden in de nacht denk ik na over 50 jaar geleden, mijn eerste fiets die mijn vader voor me maakte, misschien niet helemaal wat ik er van verwachtte maar hij stond er wel op mijn verjaardag of op een andere dag, ik weet het niet meer precies.

Midden in de nacht wordt het tijd om te gaan slapen, thank you zegt Peter.

Op het dressoir van mijn ouders brandt een kaarsje bij de foto van mijn moeder, altijd als ik thuis ben.

Oh Well.