Ballade van de boer.
Vroeg op, de timmermannen beginnen om half acht, gezaag, geklop, getimmer, herrie in het huis. Ik voel me wat ongemakkelijk als er vreemden binnen zijn, ze doen hun werk uitstekend, het ligt aan mij. Ik breng ze koffie en ga een paar uur met de honden lopen, het land wordt omgeploegd, het is prachtig weer, ik kom weer langs het bankje en ga zitten, de hond Julia ploft in het gras, hond Jane is waakzaam, kijkt rond, na vijf minuten gaat ze ook liggen, heerlijk om hier te zitten, weg te dromen, ik weet niet hoe lang.
Als ik terugkom zijn de mannen zo goed als klaar, de steiger wordt afgebroken, het gereedschap verzameld en de rommel opgeruimd, vanmiddag is het weer rustig in het huis.
Ballade van de boer
Er stonden drie kruisen op Golgotha,
Maar de boer hij ploegde voort.
Magdalena, Maria, Veronica,
Maar de boer hij ploegde voort.
En toen zijn akker ten einde was,
Toen keerde de boer de ploeg
En hij knielde naast zijn ploeg in het gras,
En de boer, hij werd verhoord.
Zo menigeen had een schone droom,
Maar de boer hij ploegde voort.
Thermopylae, Troja, Salamis,
Maar de boer hij ploegde voort.
Het jonge graan werd altijd groen,
De sterren altijd licht,
Gods woord streed in de wereld voort
En de boer heeft het gehoord.
Men heeft de boer zijn hof verbrand,
Zijn vrouw en os vermoord;
Dan spande de boer zichzelf voor de ploeg,
Maar de boer hij ploegde voort.
Napoleon ging de Alpen op
En hij zag de boer aan 't werk,
Hij ging voor Sint-Helena aan boord
En de boer hij ploegde voort.
En wie is er beter dan een boer,
Die van de wereld hoort,
En hij ploegt niet, wat er al geschiedt
Op deze akker voort.
Zo menigeen lei de ploegstaart om,
En deed het werk niet voort,
Maar de leeuwerik zong hetzelfde lied,
En de boer hij ploegde voort.
Heer God! De boer lag in het gras,
Toen droomde hij deze droom:
Dat er eindelijk een rustdag was
Naar apostel Johannes' woord.
En de kwaden gingen hem links voorbij
En de goeden rechts voorbij,
Maar de boer had zijn naam nog niet gehoord
En de boer hij ploegde voort.
Eerst toen de boer die hemel zag
Zo vol van lichte schijn,
Toen spande hij zijn ploegpaard af,
En hij veegde het zweet van zijn voorhoofd af,
En hij knielde naast zijn stilstaand paard,
En hij wachtte op Gods woord.
Een stem sprak tot aarde, hemel en zee
En de boer heeft haar gehoord:
"Ter wille van de boer die ploegt
Besta de wereld voort!"
uit het werk van J.W.F. Werumeus Buning (1891-1958)
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}