De Vijfde.
Er was eens in een niet zo ver en niet zo warm land, een stier die een complete dorpsgemeenschap terroriseerde. De dorpelingen leefden in een versterkte burcht om de kwaadaardige bestie buiten de poorten te houden. Om voedsel en drinken te halen moesten ze het risico nemen om regelmatig hun veilige schuilplaats te verlaten. Terwijl de rest van de gemeenschap de stier op allerlei manieren aan het afleiden was, ging één van de dorpelingen op pad om de nodige voorraden op te halen. Degene die dit moest doen, werd elke keer door het lot aangewezen. Het ging ook wel eens goed mis. De stier kreeg de ontsnapte dorpeling in het vizier en ging tot de aanval over. Meestal kostte dit het leven van de arme dorpeling.
Deze situatie duurde nu al jaren voort en het werd zo langzamerhand onhoudbaar. Ieder gezin had nu wel te maken gehad met een verongelukte of minstens ernstig gewonde. Wat was nu de oplossing om dit arme dorp van de agressieve stier te verlossen?
Tot op een dag aan de horizon de blauwe ridder verscheen gewapend met zijn dodelijke lans. Deze ridder was de enige persoon op de wereld die dit monster van een stier zou kunnen doden. Zijn lans bestond uit dodelijk blauw glas, die de huid van de stier kon doorboren. De dorpelingen braken in gejuich uit toen ze de dappere ridder zagen naderen.
Een bloedige strijd brak uit, toen de stier zijn rivaal in het oog kreeg. Zonder angst en met dodelijke precisie wachtte de dappere blauwe ridder de woeste stier op. Die stormde met veel gesnuif op de ridder af. Deze had één kans om de stier te doden, door de lans met één worp tussen de ogen van de stier te plaatsen. De stier viel dodelijk getroffen neer.
Het dorp was na al die jaren weer vrij en de dorpelingen renden juichend van vreugde naar buiten de poort van de burcht en omhelsden de koene ridder. Die avond werd er feest gevierd op het kasteelplein en een groot feestelijk vuur aangelegd. En wat denk je, dat er boven het vuur lekker gebraden werd? Jazeker, de stier draaide lekker gaar aan het spit en smaakte heerlijk.
Zo kwam het toch weer goed in het kleine dorp en kreeg iedereen weer voldoende te eten en de vrijheid om weer van alles op het land om de burcht te gaan doen.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}