Ajax-icoon Piet Keizer (73) overleden.
De eigenaardige poëzie in Piet Keizer
Jef vertelde me 't verhaal over Denis Gaens twee dagen later bij Monico op het Rembrandtplein. Vanzelf viel de naam Nico Scheepmaker(1930-1990), dichter journalist steeds gefocust op
voetbal.
Nico hield zich al vroeg bezig met de vraag wie de betere was, Pietje of Johan. Een crime. Toch beantwoordde hij die - veiligheidshalve in Engeland:
“Cruijff is the best, but Keizer is the better one”
In zijn dichtbundel Hopper's Hollands liet hij Jan Kal schrijven:
'Is Scheepmaker verblind door eierstruif?
Hij stelde in De Tijd dat Johan Cruijff
alleen maar rijmen zou op struif en druif,
'en dan houdt het wel op.'Ach zo. Ik gnuif.'
Cruijff slim en diplomatiek als beperkt wezen blootgelegd. Nico hield een zwak voor Jopie. En ja Piet was inderdaad ook motorisch en ruimtelijk duidelijk minder aangelegd. Teder dichtte Scheepmaker
daarom zelf over Piet Keizer:
'Hologig, met een gratis fietsenstalling,
waar hij, vóór in de mond, zijn schaarse woorden stalt,
heeft hij al menigmaal de bal in 't doel geknald,
al was dat vaak een moeilijke bevalling.'
Nico Scheepmaker in De Gedichten 1991, 2e strophe Verlengd sonnet blz 197
Keizer werd met zijn tekortkomingen alleen raadsrlachtiger en genialer. Piet's nukkigheid naar media werd vaak verklaard uit de furieuze aanval van Dick van Rijn op zijn gedrag tijdens de
jeugdinterland(16-18) tegen België in Lissabon. Dat was inderdaad bij het bestiale af. Keizer zou onze exportpositie en reputatie in de wereld acuut hebben bezoedeld. De AVRO-reporter moest zich
schamen!
Piet had de Belgen een maand eerder vriendschappelijk in Deurne solo zoekgespeeld. Daarom lieten onze zuiderburen hem op het E.K. door een verse beul schaduwen. Tot Willem de Vries, sterke Tukker,
het overnam. Piet heeft erg geleden onder deze omgekeerde voorstelling maar het verklaarde echt niet Piet's mediahouding.
Piet maakte namelijk in 1961 kennis met de filosoof Albert Camus, meer speciaal met zijn neezegboek 'L'Homme Révolté'(De Mens in opstand). De moralistische vrijheidsfilosoof schrijft daarin over de
redelijkheid van persoonlijke revolte. Daan Roovers, hoofdredacteur Filisofisch Magazine vat samen: 'De opstandige vernedert niemand'.
Dat was en is Piet z'n pakkie an.
Hij gaf in 1971 bij verschijning van 'Elf Gedichten voor Piet Keizer' een interview aan samensteller Theun de winter. In dat interview maakte hij een statement die ik voor het juiste inzicht als
gedicht weergeef:
'Ik
Ik sta er echt
helemaal buiten.
Mijn gedachten staan erbuiten
en daadwerkelijk sta ik erbuiten.
Er wordt door anderen
een stukje van mij gepikt,
zonder dat ik er iets aan kan doen.
Ik ben er misschien wel tegen,
maar dat heeft geen zin.
Als dit een wedstrijd is,
heb ik nu duidelijk verloren.'
Piet Keizer in Voorwoord Elf Gedichten voor Piet Keizer, Theun de Winter 1973
Piet was hoogst solidair naar zijn omgeving. Hij ervaarde veel beslag en claims van de buitenwereld daarmee in strijd. Als brute inbreuken op zijn eigen wereld. Hij vond het hoogst vermoeiend en
onjuist ze steeds opnieuw af te moeten wijzen. De man voelde zich seen eenzaam strijder voor beschaving. In 1971 zei hij al wereldwijs:
‘Ik heb bijna overal waar ik was iets meegemaakt dat problemen schiep. Als ik ergens bij betrokken ben, of ik dat nou alleen ben of als onderdeel van een groep, en ik vind iets niet rechtvaardig,
dan ga ik daar over 't algemeen tegen in, ja.’
Een gevoel dat hij voor mij niet alleen met zijn benen poëtisch vertaalde. We zien het terug in zijn recente neen tegen het erelidmaatschap van Ajax.
Een neen tegen een door onwaarachtige bruutheid op drift geraakte club van mensen waar ik u tegen zeg.
Dat maakt geen landskampioenschap goed.
Schrijver: Jos Zuijderwijk, 14-05-2011
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}