De boot van Helsinki naar Tallin.
Ik kreeg vandaag een lange mail met foto van dochter Julia, afgelopen weekeinde is ze met een huisgenote naar Tallin (Estland) geweest, een prachtige stad. Op onze reis naar de Noordkaap en terug hebben we heel veel natuur gezien, weinig cultuur, Helsinki zijn we snel doorgereden op weg naar de boot, Tallin waren we alweer uit voor ik het besefte, dat hadden we vooraf afgesproken, het zou geen culturele reis worden, maar een avontuurlijke door de natuur. Dat is gelukt.
zondag 22 juni 2014
Geen plaats in de herberg.
De zelfde gebruiken als elke reisdag, op weg naar helsinki. Het is de saaiste rit van deze reis, 130 km. snelweg naar helsinki. Joop houdt onze gebruikelijke snelheid aan en de auto's zoeven ons
voorbij. In Helsinki rijden we kris kras door de stad, lijkt het, tot we een enorm cruiseschip zien liggen. We draaien om bij een stoplicht, negeren het ons tegemoet komende verkeer en over een
fietspad komen we weer op de weg. Joop wordt wat nerveus, we moeten de boot van 13.30 uur halen. We willen inchecken, maar motor rijders mogen doorrijden, paspoort en groene kaart laten zien en
direct aan boord. We zitten nog niet of de boot vertrekt. Aan boord zitten we wat te schrijven en naar het verdwijnende helsinki te kijken, er is niet zoveel te doen. Twee uur varen en we zien
tallinn liggen, een grote stad zo te zien. We rijden met de stroom mee een snelweg op,
het is zachtjes begonnen te regenen, we slaan af naar de goede richting en komen op een heel klein weggetje binnendoor te recht. Het gaat harder regenen en ik mensen langs de kant van de weg
denken, wat doen die motorrijders hier in vredesnaam. We komen op de goede weg en zoeken de enige camping in de buurt die op de kaart staat in kohila. We worden een kant opgestuurd door inwoners
van de stad, maar daar is niks en we rijden verder en gaan via een andere weg terug, geen camping. Wel een mooi landgoed, dat betere tijden heeft gekend, een vervallen fabriek en een prachtige
kerk. We volgen een bordje met bedden erop en rijden een landweggetje in, wel een huis met kamers, maar niemand aanwezig, pas om 19.00 uur 's avonds. Daar kunnen we niet op wachten, het regent nog
steeds en we beginnen wat van onze moed te verliezen. Terug de weg op naar het zuiden, we zoeken naar een plaats om te overnachten. We zien weer een bordje met bedden en je kunt er eten, we slaan
af en vinden het gebouw. Het ziet eruit als een boerenschuur, de deur is open en we gaan naar binnen, pas op voor je hoofd, de doorgang is laag. Het ziet er uit als een restaurant, er komt een man
op ons af, maar hij spreekt geen engels en haalt zijn vrouw. Zij vertelt ons dat alle kamers verhuurd zijn, maar we kunnen er wel eten. We vragen of we onze tent ergens op mogen zetten, want we
hebben geen zin om door te rijden. Het mag achter een schuur en we kunnen nog douchen ook, boven. In de regen zetten we de tent op, onder een afdak van een schuur met een dak van bijzondere houten
pannen kunnen we onze spullen kwijt. Dan douchen, heerlijk warm en schone kleren aan, wat een luxe. Alles in de tent, voorin is het een zootje en nat en vies, maar wat geeft het. We gaan naar
binnen om te eten, maar eerst een biertje van de tap, het mag. We bestellen een voorgerecht, iets van stukjes gefrituurd varkensvlees en een gerecht met rundvlees. Het is om te smullen zo lekker,
goeg gekruid, heerlijk sausje over het vlees en een salade met van alles erdoor.
Ondertussen praten we erover hoe het komt dat de stemming zo omslaat als het even tegenzit en dat je je er door laat meeslepen in plaats van het om te draaien en er iets positiefs van te maken. Dat
is toch moeilijk op zo'n moment. Maar als we dan zitten te eten, de tent staat, we kunnen slapen, lijkt alles rozegeur en maneschijn. En wat een aardige mensen, niks geen gedoe en morgen kunnen we
er ook ontbijten, over de prijzen zullen we het maar niet hebben.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}