Boos.
Ik was net eventjes boos op de computer, ze wilde niks terwijl ik een film wil kijken, een verhaaltje wil schrijven, niks, nieuwe batterijen overal in, het maakt niet uit, met mijn vuisten op het toetsenbord getimmerd, dat is wel het allerlaatste wat ik zou doen, ik word boos op een apparaat, hoe laag kan je zinken. Nu ik weer bij zinnen ben kan ik er om lachen, ik ben verwend, apparaten, mijn auto, mijn motor moeten het doen als ik ze nodig heb, anders weet ik het even niet meer. Uiteindelijk vind ik wel een oplossing, creatief zijn is gewoon logisch nadenken, dat is niet mijn sterkste eigenschap, ik laat het liever aan het gevoel over, maar daar kom je in deze technische wereld niet ver mee, ze lachen je uit en terecht. Ik snap er echt geen zak van, maar red me er mee.
Zoals de dichter Marianne Moore schreef: 'Zonder mijn eenzaamheid ben ik nog eenzamer, dus houd ik het'.
Sobibor-overlevende Jules Schelvis (95) overleden
In zijn woonplaats Amstelveen is Jules Schelvis (95) overleden. Dat heeft de Stichting Sobibor bekendgemaakt.Schelvis was deskundige op het gebied van de Holocaust, in de eerste plaats omdat hij zelf zeven nazi-kampen overleefde. Daarnaast heeft hij op latere leeftijd studie gemaakt van de Jodenvervolging, met name over het kamp Sobibor. Hij kreeg er in 2008 een eredoctoraat voor van de Universiteit van Amsterdam.
Toenhij in de jaren 80 begon te publiceren was over Sobibor maar weinig bekend,. DeDuitsers haddenalle sporen van het kamp proberen uit te wissen en er warennauwelijks overlevenden uit dat kampteruggekeerd. Eenderde van de 102.000 Nederlandse joden die in de Tweede Wereldoorlog werden vermoord, kwam om in Sobibor. Slechts achttien Nederlandse joden overleefden het kamp.
De NOS zendt vanavond om 20.30 uur op NPO 2 een interview met Schelvis uit dat Rob Trip met hem had. Na Nieuwsuur (ca. 22.55 uur) herhaalt de NOS Er reed een trein naar Sobibor, een registratie van een samenwerkingsproject van Schelvis en Nationaal Symfonisch Kamerorkest uit 2015. Ondersteund door beeld en muziek vertelde Schelvis daarin over het 72 uur durende transport van hem en zijn vrouw naar Sobibor.
Schelvis werd geboren in Amsterdam in 1921. Hijwerkte als drukker toende oorlog uitbrak. Toen de Jodenvervolging begon werd hijontslagen. Hij en zijn vrouw Rachel besloten niet onder te duiken, maar zich te laten oppakken. Ze dachten dat ze in Duitsland tewerkgesteld zouden worden, en waren dan ook niet heel ongerust.
Op 26 mei 1943 werden ze bij een razzia in Amsterdam opgepakt. "Heel rustig pakten we onze rug- en broodzakken die reeds lang klaar stonden", zo schreef Schelvis na de oorlog over de razzia. Hij nam ook zijn gitaar mee "als welkome afleiding om je gedachten ergens anders te hebben".
Transport
Vanaf station Muiderpoort werden de 3000 joden naar Westerbork gebracht, vanwaar ze een week later bepakt en bezakt op transport werden gesteld naar Sobibor, op de grens van Polen en Oekraïne. Toen ze daar vier dagen later aankwamen, werden ze met gummistokken en zwepen uit de wagons geslagen. Ze moesten naar een barak lopen en daar hun bezittingen achterlaten. Bliksemsnel werden de mannen van de vrouwen gescheiden; er werd verteld dat ze zouden gaan douchen. "Ik kon Chel niet eens meer kussen en omkijken mochten we niet." Schelvis zou zijn vrouw nooit meer zien.
Schelvis wist door een ingeving te overleven. Een paar joden werden afgezonderd om elders te gaan werken. Schelvis zat daar niet bij, maar vroeg een SS'er of hij ook mee mocht. Nadat hij de SS'er correct had aangesproken met zijn titel Unterscharführer kreeg hij daarvoor toestemming.
Schelvis werd overgebracht naar een kamp waar hij als turfsteker moest werken. De behandeling door de Oekraïense kampbewakers was honds. "Als we 's middags en 's avonds naar de barakken moeten, worden we altijd veel geslagen door de Oekraïeners. Het gaat namelijk nooit snel genoeg."
Er volgden nog vijf kampen, tot Schelvis uiteindelijk op 8 april 1945 door het Franse leger bij Stuttgart werd bevrijd. Hij was daar terechtgekomen na een lange vlucht uit het oosten. In de zomer van 1944 zat hij in kamp Szkolna in Polen toen het Rode Leger naderde. De SD gaf bevel alle joden bij het naderen van de Russen te doden, maar de kampleiding negeerde dat bevel en liet de gevangenen 100 kilometer naar het westen lopen, vanwaar ze op transport werden gesteld naar Auschwitz. Schelvis werd vandaar naar het kamp bij Stuttgart vervoerd.
Na de oorlog
Na de oorlog pakte Schelvis zijn leven als drukker weer op. Nadat hij met de VUT was gegaan, begon hij in de jaren 80 over zijn oorlogservaringen te schrijven. In 1982 debuteerde hij met 'Binnen de poorten' en in 1993 volgde 'Vernietigingskamp Sobibor'.
Om de herinnering aan het vernietigingskamp levend te houden richtte hij in 1999 de Stichting Sobibor op. In de jaren daarna hield hij lezingen over Sobibor, was hij betrokken bij theaterproducties en deed hij mee aan educatieve projecten.
Demjanjuk
Op zijn negentigste was Schelvisals overlevende van de Holocaust mede-aanklager in het proces in München tegen de kampbewaarder John Demjanjuk. Hij vond dat Demjanjuk veroordeeld moest worden zonder strafoplegging. In een interview met de NOS wees hij erop dat Demjanjuk al oud was en dat hij al negen jaar had vastgezeten.
"Vanuit mijn humanistische overtuiging vind ik dat er een mogelijkheid moet zijn om niet de straf te ondergaan die hij zou verdienen. Ik denk dat hij zelf weet dat hij schuldig is en dat het hem waarschijnlijk elke dag bezighoudt dat hij schuldig is. Ik vind het veel belangrijker dat de wereld weet wat er gebeurd is in Sobibor."
Interviews
Schelvis gaf geregeld interviews om het verhaal van de Holocaust levend te houden. In 2013 was hij in de Tweede Kamer om te praten met Kamerleden die zich bezighielden met oorlogsgetroffenen. Hij kreeg een staande ovatie.
Op 3 mei 2015 zond de NOS op de televisie de afsluiting van een reeks concerten uit waarmee Jules Schelvis in binnen- en buitenland volle zalen had getrokken. Het was de laatste keer dat de toen 93-jarige overlevende van Sobibór zijn verhaal zo uitgebreid deed.
Stichting Sobibor
Bij Stichting Sobibor herinneren ze Schelvis als een lieve man. "Iemand die heel bedreven was in wat hij zei", zegt bestuurslidMaarten Eddes. Het doel van Schelvis was om het verhaal over Sobibor levend te houden.
Staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sportzegt dat Nederland een "menselijk monument" heeft verlorenin het herinneren,onderzoeken en vertellen van de verschrikkingen van de oorlog. "Denazi's hebben geprobeerd hun gruweldaden in Sobibor aan onze herinnering te onttrekken. Zij zijn daar niet in geslaagd en het is tot in lengte der dagen onze taak om te zorgen dat dit zo blijft. Bij die strijd liep Jules Schelvis altijd voorop."
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}