thuismetsijtze.reismee.nl

Hond en poezen.

De hond is van slag, want er logeren twee poezen, nu nog boven en als ze aan elkaar gewend zijn mogen ze ook beneden komen, voorlopig is het nog niet zover. De hond begint te blaffen wanneer een poes in zicht komt, geblaas, een hoge rug, de trap op naar het veilige boven en onder de kast waar de hond niet kan komen. Volgens mij is deze hond in haar jonge jaren opgegroeid met katten om zich heen, soms hadden we drie, vier tot wel acht katten, er mocht geen klein katje weg, alleen soms. Julia liep met de kleine katten in haar poppewagen over het ruiterpad en ze bleven rustig liggen, op of onder de dekentjes, naast de poppen, heel bijzonder. De hond is geen katten meer gewend, het geeft onrust, ze eet bijna niet meer, maar dat komt wel weer als ze vrede sluit met de poezen, bij dieren gaat dat op een manier waarvan wij als mensen nog kunnen leren; conflicten, het schenden van een territorium worden beslecht door geblaf, een hoge rug, gesis, uiteindelijk kiest de zwakste partij voor de beste oplossing, weg gaan naar een veiliger oord, onder de kast, waar haar niets kan gebeuren. De sterkere partij blaast ook de aftocht, het spel is niet aardig meer, er valt niets meer te blaffen of op te jagen, de overwinning is daar zonder bloedvergieten. En niet in de naam van een (dieren)geloof, het onbekende van de andere soort, een indringer, maakt het moeilijk om er mee om te gaan, er mee te leren leven, je verjaagt je vijand, maar daar blijft het bij, de wereld is groot genoeg voor iedereen. Behalve bij de mensen, omhoog gevallen dieren, die alles beter weten, maar vergeten wat de natuur ze heeft geleerd en daardoor niet meer kunnen vertrouwen op hun natuurlijke instincten, weg lopen als je weet dat je de zwakste bent, je tegenstander imponeren met een hoge rug en geblaas ook al is die twee keer zo groot als jij, schakel je verstand even uit, vertrouw op je gevoel, maar misschien is dat ook al teveel gevraagd. We zijn zo ver verwijderd van de wereld waarin we begonnen, het paradijs, we zullen er nooit terug keren, het hemelse paradijs hoor ik heel zacht in mijn hoofd, dat zullen we be-erven als we geloven, goed doen, onze naaste liefhebben, het staat in de bijbel. We zijn nog nooit zo ver van het paradijs verwijderd geweest als nu, alleen zien we het niet, het paradijs is de televisie, het voetbal dat Barcelona speelt, de welvaart waar wij onverdiend in leven. We vergeten de hel waar het grootste deel van de mensheid in leeft, de armoede, de onrechtvaardigheid, de oorlogen , we blazen, zetten een hoge rug op en dat is het, er gebeurt niets, terwijl wij mensen kunnen nadenken, alleen aan ons zelf en ik ben geen haar beter.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!