thuismetsijtze.reismee.nl

Het kwaad komt niet van God.

Ik lees een boek over een Joods meisje dat terecht komt bij streng Christelijke pleegouders, de vader is dominee, het speelt uiteraard in de tweede wereld oorlog. De laatste vier, vijf boeken die ik gelezen heb gaan over die oorlog, allen gekocht in de kringloopwinkel, hoe kom ik erbij om juist in deze tijd daarover te lezen, geen toeval, dat bestaat niet. Haar Joodse opvoeding wordt te niet gedaan door het Christelijke geloof, over vroeger wordt niet gepraat, over een ander geloof al helemaal niet, recht in de leer zonder twijfel. Het meisje groeit op, ze stelt vragen zonder er een antwoord op te krijgen, waarom heeft God geen goede mensen gemaakt? De antwoorden komen uit de Bijbel of de catechismus, die je op catechisatie uit je hoofd leerde, ten minste dat werd van je verwacht, net als de psalmen die je uit je hoofd moest leren. Zondagavond oefende ik met mijn moeder in de keuken, zij zong de psalm, terwijl ik probeerde mee te zingen tot het foutloos ging. De vragen van het meisje stelde ik ook aan mijn ouders, zonder er een direct antwoord op te krijgen, je moet geloven. Later wilde ik geen antwoorden meer dat wist ik wel, maar verkondigde ik mijn mening over het scheppingsverhaal, waar niets van klopte, ik had net van de evolutie theorie gehoord op school. Mijn ouders zwegen, ze zeiden niets meer, de stilte was zwaar en moeilijk voor allemaal, mijn moeder kwam 's avonds bij mijn bed om te bidden, samen, haar handen om de mijne. Het boek gaat verder net als de vragen en de antwoorden die niet van de pleegvader komen, maar het meisje beantwoordt ze zelf, de mensen weten zelf het verschil tussen goed en kwaad, daar heb je geen God voor nodig, waarom laat die God alles gebeuren? Ik lees in de krant over Darfur, verkrachtingen door soldaten, levens ontwricht voor altijd, nog generatie's lang, waar was God?, waar was ik? Wij kijken samen toe, veroordelen het geweld, ik alleen met taal niet met daden, God zwijgt, ik voel me zwak en machteloos. Vanmiddag liet mijn lichaam me even in de steek, moe, maar het stelt niets voor, ik kijk uit het raam naar de geploegde grond, groene bomen, een rode beuk, ik slaap twee uur op de bank en ik kan weer verder.

Dit leerde ik vroeger: We zijn gemaakt om te werken in het zweet des aanschijns, tot het einde der tijden. Doorgaan tot je er bij neervalt en vooral niet klagen.

De mens is onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad, nog zo'n dooddoener om het geweld in de naam van Wie-dan-ook goed te praten en ons zelf vrij te pleiten.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!