Op de weg terug naar huis.
Vanavond toen ik op weg terug naar huis ging schoot opeens de zin "laten we lief zijn voor elkaar kind" door mijn hoofd. Het is uit een gedicht van de schrijver Adriaan Roland Horst wist ik me te herinneren, niet welk gedicht, google is een uitkomst en de zin blijkt anders te zijn, "laten we zacht zijn voor elkander, kind". Hoe komt zo'n zin opeens in mijn hoofd? Vandaag moest ik op het werk een moeilijk kind, een grote jongen van 19, naar bed brengen, dat ging eigenlijk moeiteloos en ik kreeg ook nog een knuffel voordat hij ging slapen. Misschien dat zoiets een gedachte in mijn hoofd opgang brengt waar ik zelf geen stuur over heb, ik ben er wel blij mee. Ik zoek het gedicht op en lees het een paar keer.
ZWERVERSLIEFDE
Laten wij zacht zijn voor elkander, kind -
want, o de maatloze verlatenheden,
die over onze moegezworven leden
onder de sterren waaie' in de oude wind.
O, laten wij maar zacht zijn, en maar niet
het trotse hoge woord van liefde spreken,
want hoeveel harten moesten daarom breken
onder de wind in hulpeloos verdriet.
Wij zijn maar als de blaren in de wind
ritselend langs de zoom van oude wouden,
en alles is onzeker, en hoe zouden
wij weten wat alleen de wind weet, kind -
En laten wij omdat wij eenzaam zijn
nu onze hoofden bij elkander neigen,
en wijl wij same' in 't oude waaien zwijgen
binnen een laatste droom gemeenzaam zijn.
Veel liefde ging verloren in de wind,
en wat de wind wil zullen wij nooit weten;
en daarom - voor we elkander weer vergeten -
laten wij zacht zijn voor elkander, kind.
... uit Verzamelde Gedichten (1948) van Roland Holst (1888-1976) ...
Prachtig toch dat na een mooie avond op het werk opeens zo'n gedicht of de herinnering er aan in mijn hoofd komt. Wonderlijk hoe het geheugen werkt en mijn blijdschap dat er nog zoveel verstopt zit in mijn hoofd en het er op momenten dat het er toe doet naar boven komt en ik het dan ook nog weet.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}