Piet Keizer.
We voetbalden altijd, op straat, het driehoekje tegen over de school, schoolplein, op het grasveldvan het Bernouilleplein, de garageboxes aan de J.C . Kapteynlaan, overal, jaren '60 van de vorige eeuw, met en tegen iedereen. Ik was spits, maakte makkelijk doelpunten, maar net zo goed als keeper en heb heel wat ballen gestopt tussen de jassen, die als doelpaal dienden. Je moest natuurlijk iemand zijn, een bekende voetballer zoals Johan Cruijff, die net bekend begon te worden. Ik was Piet Keizer, linksbuiten van Ajax, grillig, geniaal, keihard, ik heb op youtube nog wat beelden bekeken, prachtig. Ik moest eraan denken door een boekje dat ik vond van Nico Scheepmaker over Ajax en de kunst van het voetballen, commentaren, gedichten, analyses en verhalen. Ondertussen ben ik bezig om het gerecht voor de kerst voor te bereiden, te oefenen, bijzonder en verzorgen the Doobie Brothers de muziek, hard op de achtergrond.
Verlengd sonnet
Voor Piet Keizer
Bij Ajax is het steeds hetzelfde liedje,
vooral bij vrije schoppen: 'Pietje, Pietje!'
zingt men in koor. Men is helaas niet wijzer:
de ware kenner noemt hem liever Keizer.
Hologig, met een gratis fietsenstalling,
waar hij, voor in de mond, zijn schaarse woorden stalt,
heeft hij al menigmaal de bal in 't doel geknald,
al was dat vaak een moeilijke bevalling.
Hij was het die de 'derde mogelijkheid'
in 't spel creeerde: de onverwachte pass
die de betonste achterhoedes slijt
en deuren naar een doelpunt opensmijt.
En niet alleen is hij de bal de baas,
hij werpt hem ook voortdurend uit als aas
en laat ze er, als hengelaar, naar happen:
'De ballen van Piet zijn niet te snappen'.
Nico Scheepmaker (1930 - 1990)
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}