Gedichten
Af en toe en soms en dan weer vaak lees ik gedichten, het maakt niet uit van wie, altijd is er wel een gedicht dat zegt hoe het met me is, maar wie kent het gedicht dat ik lees en wie kent mij daardoor? Ik vreesde het al, niemand of bijna niemand, maar wie weet welke gedichten ik lees, ook weer niemand. Ik lees af en toe, schrik niet, hans andreus, bernlef, buddingh, johnny van doorn alias the selfkicker, guido gazelle, toon hermans, willem kloos, judith herzberg, lucebert, armando, pablo neruda, rilke, roland holst, szymborska, vinkenoog, hendrik de vries, willem wilmink, levi weemoedt, van eyck, en zoveel meer, gedichten naast mijn bed, van mezelf en anderen, als ik ze mag lezen, het houdt nooit op, songteksten, gedichten uit W. O. I, onuitputtelijk zijn gedichten, ook nu nog, jonge dichters, zoek ze op, ze zijn overal te vinden.
Al dwalend
IK leef al in 't ontoegankelijke,
Dat nog wel raaklijn aan de aarde heeft,
Maar waarvan de meesten het bestaan niet weten
En, als ze er van horen, 't ontkennen,
Verwaten als ze zijn; nu zeg ik : terloops
Op sommige dagen komt het dichterbijer,
Behoort zelfs een streep aarde er toe,
Waar bloemen staan tusschen oever en water,
Bergen teloorgaan in vlucht van wolken.
Op die dagen, gaande langs die gebieden,
Kon men overgaan zonder doodsstrijd,
Zonder angst voor het einde - vervliedend.
Maar menschen wagen zich niet op uiterste paden
Die hen te smal, te steil, te vcer,
Tusschen wolken en bergen, oevers en water.
J. Slauerhoff
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}