Gordon.
Ik kijk naar buiten, het is blauw boven de bomen, de pony loopt heen en weer, het wordt donker, softly she goes in the dark zingt Gordon Lightfoot.
De ene dag of een andere?
De ene dag of een andere, is er een verschil, werken of niet, maakt dat iets uit voor de beleving van mijn dag, voel en gedraag ik me anders op mijn werk of thuis, ben ik vandaag dezelfde persoon als gisteren of ga ik me morgen opeens anders voor doen door weet ik veel wat er gebeurt. Ben ik thuis elke dag de zelfde man, wat is dat hetzelfde, niet anders dan gisteren of niet anders zoals "men" mij kent. Gedraag ik mij zo omdat anderen dat van mij verwachten en ik van hen?
De ene dag is de andere niet, ik ga laat naar bed, drink een paar biertjes om mijn zorgen die ik niet heb te vergeten, gewoon omdat het lekker is, we hoeven niet alles te verantwoorden. To live is to fly, zong Townes VanZandt, hij was een andere uiterste van elke een andere dag of dezelfde, lees zijn verhaal, zwerven om te overleven, muziek maken omdat je niets anders kan, de mooiste nummers ooit hebt geschreven en gezongen, een troubadour in de ruimste zin van het woord, hij leefde zijn "songs".
Leef de dag, vanaf dat je opstaat totdat je gaat slapen, wees niet bang om verliefd te worden of om van iemand te houden en dat te laten zien of het te zeggen, dat kan je nooit genoeg horen, dat iemand van je houdt enzo andersom.
Ik ben ook zo'n sukkel die dat vergeet en denkt dat liefde voor een ander vanzelfsprekend is, dat ik er weinig voor hoef te doen, dat het niets uit maakt of het de ene dag is of de andere, elke dag is hetzelfde, behalve als we elkaar vergeten.
Ik kijk naar jou en jij naar mij elke dag weer in verwondering dat er iemand is die om mij geeft, elke dag is anders en ook weer niet.
Elke dag telt.
Zaterdag is een mooie dag, ook als ik moet werken, een dikke weekeind krant, de zon schijnt, de koffie is heerlijk. Onder het lopen met de honden geniet ik vooral van niets, ik hoef niets, de aardappelen worden geoogst, het land is bijna leeg en hoeft ook niets tot het weer voorjaar wordt, de honden hebben het makkelijk, er wordt voor ze gezorgd en ik probeer aan niets te denken.
Ik trek mijn trui uit, het is warm in oktober, heerlijk, een verdwaalde vlinder fladdert voorbij, ik kom in anderhalf uur één fietser tegen.
Als ik terug ben en de pony water geef, besef ik dat elke dag telt, soms lijkt het of de ene dag belangrijker is dan een andere, maar is dat zo? Dat is een goede vraag om op zondag over na te denken!
Zonnige dag.
Vroeg op, rare dromen vannacht over vw bussen die tegen elkaar aan rijden en andere bizarre avonturen in mijn bus, de zon schijnt.
Op de motor naar Lop om een broodje te eten, heerlijk samen in het zonnetje, het grote verschil is dat er in Lop gewerkt moet worden en ik op de motor door de binnenlanden van Groningen en Drenthe naar broer Kees in Annen rijd.
Ik geniet ervan, een weggetje inslaan, zien waar ik uit kom, verder, ik weet de weg ongeveer, geen kaart bij me, geen navigatie (hadden ze nooit uit moeten vinden, het hele avontuur van reizen is verdwenen, verdwalen is zo mooi, niet weten waar je bent, in Nederland bijna onmogelijk), niets, alleen een kerktoren en soms is ook die verdwenen.
Een zonnige dag met veel fietsers op de weg, ouderen die hun dagelijkse rondje maken, ik rijd gepensioneerde collega's voorbij, jongeren op electrische fietsen. Er schiet van alles door mijn hoofd, met pensioen en fietsen, ik moet er nog even niet aan denken, hetzelfde als overdag televisie kijken, dat doe ik ook niet, waarom? Lopen met de honden is voor mij een ander verhaal, dat is mijn verhaal, dat begrijp ik, ook al vinden anderen dat weer stom.
Afrikaanse muziek op, Kakraba Lobi, een xylofoon speler uit Ghana, traditionele muziek en zelf geschreven nummers, Cat and Mouse, hypnotiserend, steeds de zelfde muziek patronen tot je in een trance raakt, prachtig, blijven luisteren.
De houtkachel aan, ik zie de pony heen en weer lopen in de wei, ze wil nog hooi. Ik zit in de stoel van onze vader, drink een biertje, ik word betoverd door het ritme van de xylofoon, de trommels en de stem.
Dierenleed.
Vandaag extra goed voor de dieren gezorgd, geen vlees gegeten, als iedereen dat op deze dag zou doen worden er een half miljoen dieren niet gedood, staat er in de krant. Het lijkt me wat weinig dieren met zoveel mensen op aarde die samen zoveel vlees eten.
Toch een goed voornemen, minder vlees eten allemaal.
Geheugen.
We kunnen veel onthouden, ik heb de Wikipedia geraadpleegd, er raakt weleens iets op de achtergrond, alles onthouden maakt niet gelukkig.
Vanmorgen las ik een artikel in de krant over muziek uit Afrika, prachtig maar een beetje onbekend in Nederland, ik heb een honderdtal platen van het continent die ik af en toe draai, mijn broer Lo houdt er van, Fela Kuti.
Ik dacht aan live muziek van een groep uit Afrika, mijn geheugen liet me in de steek, op Google gekeken, niets, toen ik nog een kop koffie ging maken schoot me de naam te binnen, Toure Kunda live in Paris, het geheugen is een wonderlijk iets. Ik typte de naam in op Soulseek en na 10 minuten daverde het concert door de kamer.
Moderne technologie, gelukkig van de laatste jaren anders had ik nooit zoveel platen in de kast staan, platen draaien is de mooiste manier om naar muziek te luisteren, vind ik. Veel meer koop ik niet, ik zoek het op Soulseek, ook mooi en zonder krassen en stof.
1924.
Onze ouders zijn geboren in 1924, net als Charles Aznavour, een Franse zanger, chansonnier, die zijn eigen nummers schreef en tot op het einde van zijn leven bleef optreden. In de krant staat zijn levennsverhaal ik download veertig nummers van hem, prachtig, ik heb weinig naar de man geluisterd, nu staat Frank Sinatra op, live, ook zo'n zanger die ik niet zo goed ken.
Onze ouders luisterden niet zo veel naar muziek, klassiek, de Mattheüs, psalmen op de zondagmorgen, misschien hadden ze een liedje waaraan ze samen mooie herinneringen hadden, ik kan het ze niet meer vragen. Reinhart Mey met Gute Nacht Freunden kwam er dicht bij.
Een grijze dag, druilerige regen, de houtkachel vroeg aan, heerlijk warm. De kleinkinderen van school gehaald, slagroom voor de chocomelk gekocht en ieder een reep, als opa mag ik ze verwennen, opvoeden laat ik aan de ouders over. In de rij bij de kassa stonden we achter Rick, vriend van zoon Jelmer, die zei, wat ben jij grijs geworden. Mooi grijs is niet lelijk, las ik vandaag, ik kijk er niet meer van op, in mijn lange haar toen ik 19/20 was zaten al witte haren, stond mooi zei iedereen. Nu weet ik niet anders, ik ben blij met mijn haar, het wordt dun maar krult nog steeds.
Henk Haasjes.
Het wordt schemerig, ik geef de pony nog wat biks, hooi, twee emmers water, dat is genoeg voor de nacht, mijn hoofd is een raar ding, er komt soms opeens iets in mijn gedachten vanuit het niets. Onderweg naar de pony kwam Henk Haasjes voorbij, Henk woonde zelfstandig in een soort aanleunwoning op het terrein van Vogelenzang, een psychiatrische instelling in Bennebroek.
Henk kwam elke dag koffiedrinken in de woonkamer naast het Praethuys, iedereen kon daar binnenlopen om zijn of haar verhaal te vertellen aan ons of andere bewoners, vaak een gezellige boel, soms wat minder, je zit daar niet voor niets.
Henk hield van muziek, ik heb wel eens eerder over hem geschreven, hij had een mooie stereotoren en veel platen waar hij graag naar zou willen luisteren, maar Henk was blind, een plaat opzetten was een probleem net als het lezen van een boek. Van mensen met een handicap wordt vaak gedacht dat ze weinig (ik schreef eerst niets) kunnen, maar dat valt 100 procent mee als je naar ze luistert. Henk vroeg me of ik zijn platen op wilde nemen op een cassettebandje, dat was voor hem een stuk makkelijker. Hij nam zijn platen mee naar de huiskamer en onder het koffiedrinken en praten zette ik zijn platen op een bandje, dat was iets, maar bandjes kan je niet lezen, maakt niet uit, zei hij, nu kan ik er naar luisteren.
Ik kreeg zijn platen, zijn Mattheüs draai ik nog elk jaar.