thuismetsijtze.reismee.nl

Wij zijn familie.

Een verhaal van 12 augustus 2014,

We are family.


Een mooie uitnodiging voor de 90-ste verjaardag van moe vond ik op de tafel tussen de post, Barteld had die gemaakt. Ik werd er blij van, mijn moeder, die nog helemaal in het leven staat, wordt in het zonnetje gezet door haar kleinzoon. En je moet er maar zin in hebben, al dat volk om je heen op je verjaardag. Foto's meenemen als herinnering en er iets bijschrijven. Peter heeft de foto's gemaakt van het feest in de Hortus en er een prachtig boek van laten maken. Voor zo'n gelegenheid voel ik me meestal ongemakkelijk, er komen zoveel mensen met wie ik moet praten en vooraf weet ik niet of ik daar wel zin in heb. Maar het gaat niet om mij, ik ga en rijd mee met Thil en Arjen, dat maakt het een stuk makkelijker. Foto's inplakken, we zijn vroeg, broers en zussen kussen, vertellen hoe het gaat en hoe het was op de reis naar de Noordkaap. Wat een feest, ik kom neven en nichten tegen, die ik al jaren niet gezien heb. Ooms en tantes, die ik de laatste jaren alleen op begrafenissen heb gezien en waarmee ik over vroeger praat en hoe het nu met ze gaat. Joop en Ep vragen gelijk naar de scheiding en hoe zoiets kan gebeuren, maar ze zijn blij dat het goed met me gaat. Hardlopen met Ep toen ik 19 of 20 was. Opa Hielema bracht ons naar de drafbaan in het stadspark van Groningen en ging zelf in het restaurant koffie drinken. Ep wilde 10 rondjes hardlopen samen met mij, ongetraind. Rondje drafbaan is 1 kilometer, heb ik net gegoogled, dus 10 kilometer. Hij liep soepel het ene rondje na het andere, na negenenhalve rondjes moest ik opgeven en liep over het veld terug. Opa had er weinig van gevolgd, hij las de krant en reed ons terug. Hardlopen deden we later ook samen, de elfstedenloop en bij drewes in kruisland. Hans, Jan Willem, Marja en Karin, waren er ook, maar er zijn zo veel mensen. Ik weet nog dat ik logeerde in Zuidlaren bij oom Jan en tante Jansje. Ik logeerde bij oom Jaap en tante Jannie in St. Anna parochie en werd verliefd op Aukje Faber en bij Drewes en Tiny in Harderwijk, waar ik op de kinderen moest passen en platen draaide van the beatles en blood, sweat and tears. Daarna lifte ik naar Hengelo, waar Sietse woonde en bleef er een paar dagen. Henk en Houk waren er en Peter met zijn vriendin. Met Henk liep ik van de Strubben, tijdens een familie weekeinde in Schoonloo naar Westerbork, kamp Westerbork, waar mijn vader ook was en vol emotie rond liep, maar niets vertelde over zijn vroegere leven. Mijn moeder wordt door iedereen gefeliciteerd, vroegere buren, buren van nu. Een heel leven trekt voorbij in mijn gedachten. Ik zit bij mijn moeder achter op de fiets en we gaan naar ons nieuwe huis in de johan mulderstraat, een wereldreis als ik er aan terug denk. Tante Vink, waar we woensdag-en zaterdagmiddag televisie keken met alle kinderen van de jan lutmastraat. Tante Jo, die bij een man inwoonde, die ze verzorgde en later woonde in een huis van het Leger des Heils aan de nieuwe ebbingestraat met boven op het dak een groot bord met daarop de tekst, God is Liefde. Tante Corrie, die een winkeltje had ergens bij het noorderplantsoen. Ik ga logeren bij opa en oma Venema in Glimmen en mijn moeder brengt me naar de bus op het zuiderdiep. Ze wacht niet tot de bus vertrekt, ik word bang en stap uit en loop terug naar huis door de drukke stad, hoe oud was ik? Later fietste ik naar glimmen. Opa en oma Venema, ik zie ze nog zitten in hun tuinhuis bij de moestuin achter de werkplaats, samen. Rode bessenstruiken en kruisbessen. En de werkplaats, waar ik mocht timmeren, de loodsen met hout, waar het zo heerlijk rook en je kon verstoppen tussen de planken die er lagen te drogen. De pisbak om de hoek, die vreselijk stonk. De oude buren zijn er, Wubs en Rink en van Dijken en de overbuurvrouw, deens, help me even Johan met de naam. Oom Meint woonde naast ons, van de kerk, hij kwam af en toe eten nadat zijn vrouw was overleden. Een beetje een stijve man, postzegels en een enorme verzameling vogeleieren. Niet echt geliefd in de buurt. Op een oudejaarsnacht werd zijn Morris minor, dat is een auto, meegenomen, opgetild en onder het poortje gezet. Het poortje was een doorgang naar de oppenheimstraat onder een huis door met twee paaltjes aan elke kant, alleen voor fietsen en de auto stond er tussen in en kon geen kant op. Daarna komt de heer Buikema in beeld, over wie ik veel kan vertellen, misschien later. Ik kijk om me heen in de chinese tuin van de hortus, kinderen, kleinkinderen en achter- kleinkinderen zijn er en mijn moeder, die rondloopt en praat en geniet. Op 25 juli ga ik met mijn moeder naar het graf van mijn vader, het is zijn verjaardag. Ik koop een paar bossen zonnebloemen en mijn moeder stapt achter in de oude camper bus met behulp van het het opstapje dat nog uit hun vouwwagen komt. Ze vindt het een mooie bus, van binnen ten minste. Ze loopt met de rollator naar het graf, ik houd een parapluie boven onze hoofden, want het regent hard, maar het deert ons niet. Geen vaas, maar wel een pot, waarin we de zonnebloemen zetten. We lopen langzaam terug en het memento mori-gevoel is nu wel heel aanwezig, ik ben blij dat ik leef en er van mag genieten, ook al doe ik daar wel eens moeilijk over. We rijden terug en praten over van alles, koffie en soep, mijn moeder zorgt goed voor me.

Reacties

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!