thuismetsijtze.reismee.nl

Hikari groet de dingen.

Oom Drewes stuurt me van alles op via de mail, van een ego-document naar artikelen over geloof, leven, stukken die zijn broer (mijn oom) Ep heeft geschreven, het is heel veel. Ik probeer alles te lezen, blader het door, net hoeveel tijd en zin ik heb naast alle andere dingen die ik doe en moet doen. Hij stuurde me de titel van een boek dat hij aan het lezen was, "Hikari groet de dingen" van de Japanse schrijver Kenzaburo Oë, dat gaat over zijn zoon Hikari die in 1963 werd geboren met een ernstige hersenbeschadiging, doktoren meenden dat hij zich nooit verder zou ontwikkelen dan "een menselijke plant"die zonder voortdurende verzorging niet kon blijven leven. Toch besloten zijn ouders om Hikari (zijn naam betekent Licht) thuis op te voeden. In deze srene memoires komt Kenzaburo Oë tot de slotsomdat de worsteling die zijn gezin sinds die tijd heeft doorgemaakt, genezend werkte.Niet alleen voor Hikari, die opbloeide dankzij de liefde die hij ontving, maar ook voor de andere gezinsleden, dankzij de liefde die zij konden schenken. Hikari vond uiteindelijk zijn levensvervulling in de muziek, thans is hij een van de succesvolste componisten van Japan.

Drewes moest aan mij denken toen hij het boek las, ik zorg voor mensen met een hersen-beschadiging, zwakzinnige mensen, mensen met een beperking, hoe je ze ook wilt noemen, ze zijn in hun leven afhankelijk van andere mensen. Ik schrijf er niet zo vaak over omdat ik het inmiddels heel gewoon ben gaan vinden om voor ze te zorgen, het is meer dan werk. Ik ga niet zeggen dat het een roeping is, iets verhevens, het is gewoon een baan waar ik in ben gerold toen ik werk, dat is een inkomen, zocht, zo een voudig is het. Als dan blijkt dat het iets is waar ik me helemaal thuis voel is dat mooi meegenomen, meer niet. Er valt zoveel over te zeggen en te schrijven, zorgen voor een medemens, die dat zelf niet zo goed kan, maar wel een prachtig mens is, ik kan er eindeloos veel verhalen over vertellen, maar het gaat niet om mij, ik red me wel, maar hoe wij om gaan met die ander.

Een klein stukje uit het boek;

Een van de films was een prachtige documentaire waarin een deel werd gevolgd van een tocht die een vrouwvan twintig alleen maakte in een rolstoel. Vanaf haar huis naar Kioto en vandaar naar het huis van haar grootmoeder op het platteland werd deze jonge vrouw gevolgd door de camera, en deze registreerde allerlei nieuwe ervaringendie ze opdeed en haar sterker maakten. Maar tegelijk toonde de mooie, vastberaden uitdrukking van haar gezicht sporen van het lijden en het gevoel van vergeefsheid dat de tocht moet hebben teweeggebracht. Ik heb weliswaar geen toestemming gekregen om haar precies te citeren, maar iets wat deze jonge vrouw zei maakte diepe indruk op mij, en ik wil de strekking ervan graag weergeven. Ze zei dat ze het belangrijk vond dat gehandicapten er zelf op uit trokken en deden wat ze wilden doen, zelfs als dit overlast voor anderen betekende. Misschien zouden ze niet-gehandicapten wel om hulp moeten vragen, en zou dit misschien niet altijd goed vallen, maar dat deed er niet toe, zolang ze konden doen wat hun hart hun ingaf.

"ZOLANG ZE KONDEN DOEN WAT HUN HART HUN INGAF."


Toen ik de titel van het boek las moest ik denken aan een gedicht van Paul van Ostaijen, Marc groet 's morgens de dingen:

Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem ploem ploem

dag stoel naast de tafel

dag brood op de tafel

dag visserke-vis met de pijp

en

dag visserke-vis met de pet

goeiendag

DAA-AG VIS

dag lieve vis

dag klein visselijn mijn

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!