thuismetsijtze.reismee.nl

Clubjes.

Op de lagere school hadden we in de zesde klas verschillende clubjes, voetbal, schaken, dammen, meer weet ik zo niet. Lezen deed ik al zonder clubje, Karl May, Arendsoog, dat soort boeken. In de vijfde klas bij mijnheer Nieborg was ik de beheerder van de kast met leesboeken, gekaft in bruin papier met een mooi plaatje erop met de titel en schrijver, ik mocht de boeken uitlenen, bijhouden wie wat geleend had en of het op tijd terug gebracht werd. Het begin van mijn boekenliefde. Clubjes daar had ik het over, schaken en dammen met Ynze Baumfalk, Jan Boiten, Martin Hofstede, John Veldman en ik, meestal bij Ynze thuis, zijn vader was dominee, hij woonde aan de Korreweg en had een kamer op zolder met een geheim luik, dat in de oorlog de verbergplaats voor onderduikers verborg. We speelden tegen en met elkaar, Martin was een talent in dammen of schaken, dat weet ik niet meer, hij werd later noordelijk kampioen, maar had het moeilijk, een tijdje opgenomen geweest hoorde ik, toen hij 16 of 17 was, ik heb misschien wel eens van hem gewonnen. Jan Boiten, met zus Etty die verliefd op me was, een heel serieus persoon, hij is dominee geworden en volgens mij streng in de leer, ook had hij een prachtige electrische trein, marklin, waar ik graag mee speelde. We voetbalden op het schoolplein, op het driehoekje het stukje grasveld voor de school of op het Bernouilleplein tegen elkaar, tegen de openbare Kapteynschool, tegen een andere straat, er werd altijd gevoetbald. We richtten een voetbalclub op met een eigen blaadje waarvoor ik de tekeningen en wat teksten maakte, elk blaadje werd met de hand gemaakt en getekend, wat een uitkomst is de computer. We zochten naar een eigen speelveld en vonden een mooi stukje grasland over de brug van de korreweg, waar nu het Wessel Gansfoort College staat, de brug heet nu de Gerrit Krol brug, naar de schrijver, lezen! We hebben het veld geeffend, gemaaid en er paar wedstrijdjes gespeeld, toen was het over, het gras op het Bernouille plein werd door de gemeente onderhouden. Hoe we er kwamen weet ik niet meer, we vonden een verlaten boerderij vlakbij Aduard, voor de weg over het kanaal aan de linkerkant, er staan nu alleen nog een paar bomen. We fietsten erheen, het laatste stuk moesten we lopen door het weiland, een pad langs het kanaal, een grote boerderij met een enorme schuur waar we speelden in het hooi of stro, door het huis liepen om te ontdekken wat er nog was. Meestal gingen we er woensdagmiddag heen, soms op zaterdag, het was ver weg, maar ook dichtbij, een verlaten huis waar alle spullen nog instonden. Echt spannend werd het toen Ynze met het verhaal kwam dat er vanaf de boerderij in het washok, een apart gebouwtje ernaast, een geheime gang liep naar het klooster van Aduard onder het kanaal door. We namen scheppen mee en begonnen te graven in het washok, we kwamen planken, ijzeren ringen tegen, opgewonden groeven we verder, maar voor we de gang vonden was het leerjaar voorbij, we gingen naar verschillende scholen, het clubje viel uit elkaar en we zagen elkaar niet meer. De boerderij is later afgebroken, elke keer als ik er langs kom denk ik aan het avontuur. Even verder op stond een gebouw aan de rechterkant van de weg waarop een geel vliegtuig stond, ik kwam er langs met mijn opa als ik met hem mee ging om bij de bakkers langs te gaan, dat is weer een heel ander verhaal.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!