thuismetsijtze.reismee.nl

De tijd vliegt.

Vandaag is het 26 augustus, Kelvin is jarig, hij wordt vier. Drie maanden geleden waren we net op weg naar de noordkaap, nu weer volop aan het werk. Vier jaar, wat weet ik er nog van? We woonden in de jan lutmastraat, onder de watertoren, vlakbij een kanaal, het reitdiep, waar een aanlegsteiger was voor schepen, die daar losten. Ik kon er onder kruipen, niemand zag me en ik kon alles zien wat er aan de overkant gebeurde. Ik heb er vaak gezeten zonder dat mijn ouders het wisten. Een verhaal dat mijn moeder later vertelde; ze zochten me, maar konden me niet vinden, alleen mijn schoenen, die onder de steiger stonden. Ik had ze (waarschijnlijk) uit gedaan om ze niet vies te maken en was ergens anders heen gelopen. Paniek alom, maar ik kwam gewoon weer aanlopen, niks aan de hand. Ik had klompjes gekregen, toen ik de bal in de boom schoot in de wassenberghstraat, probeerde ik die er met een klompje weer uit te gooien. Het lukte, maar de klomp brak in tweeen, niet te best. Rieneke en ik gingen naar een kleuterschool aan de andere kant van de kraneweg, volgens mij liepen we er zelf heen, bij de kraneweg stonden klaar-overs om de kinderen veilig naar de overkant te brengen. Ik weet nog dat ik een keer geen zin had om naar school te gaan en tegen de muur van een bakkerij in de herman colleniusstraat zat, toen mijn moeder voorbij fietste, die natuurlijk verbaasd was dat ik daar zat. Ze bracht me achterop de fiets naar school. En zo zijn er nog een paar dingen, in de kar, die mijn opa had gemaakt, achter de fiets van een van de grote jongens van de straat, maar het ging te hard, de kar vloog over de kop, ik zat er in en brak mijn been. Gelukkig was daar tante jo, een zus van oma venema, die had alles gezien. Gips in het ziekenhuis en toen het eraf moest, was er een vrouw, die vreselijk zat te gillen, knip me niet in mijn arm. Mijn amandelen werden geknipt in het rooms-katholieke ziekenhuis. Ik werd wakker op een grote zaal met huilende kinderen en zusters, die rondliepen, nonnen?, ik weet het niet meer. Wel dat ze tegen kinderen zeiden, die erg hard schreeuwden, dat ze moesten stoppen, anders zouden ze naar de kelder worden gebracht. Een verbanning naar de hel. Sommige herinneringen van toen staan me nog helderder voor de geest dan de hele reis naar de noordkaap, maar die moet nog indalen. Ik denk er nog dagelijks aan, er komen beelden voorbij als ik met de hond loop of als ik aan het werk ben. De hoogvlakte's vol sneeuw en ijs, de kou, alles was zo mooi, maar de tijd vliegt. Tijd is zo'n raar begrip, alsof ik er vat op hebt, helemaal niet, het glipt door mijn vingers en verdwijnt voor ik er erg in heb, verspilde tijd, verloren tijd en geen tijd. Die tijd ken ik zo goed, maar zet het tegenover alle tijd, gewonnen tijd, tijd voor elkaar, tijd voor geliefden en de tijd valt weg, is niet meer zo belangrijk als maatstaf voor mijn leven, omdat ik denk dat ik tijd genoeg heb. Ik kocht een boek van en over het werk van berend groen, landschapsschilder in drenthe, hij woonde in zeijen, drummer van de R-od-ys en Zen. Hij maakte potloodtekeningen van bijna alle diepjes in drenthe, minutieus, streepje voor streepje, net als de olieverfschilderijen die hij er van maakte. Misschien vijf per jaar. Ik zat samen met hem in het eerste jaar van de kunstacademie, ik was hem bijna vergeten, tot ik op een concert van cuby hoorde dat hij was overleden. Zo'n mooi boek, In de ruimte is te wezen. Tijd om te schilderen, beperkte tijd, de dood is op jacht naar mij, zingt the lau. Mijn tijd verdoe ik met het schrijven van verhalen die er niet toe doen. De tijd vliegt en ik vlieg mee, gelukkig, het heeft geen zin om er tegen in te gaan. Time waits for no one zongen the stones en zo is het maar net, ook al proberen zij eronder uit te komen door nog steeds op te treden, een manier van leven, die geen tijd kent.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!